Fenna Traa 2019

Fenna is een zesdejaars Geneeskunde student aan de universiteit van Maastricht. Zij is in de periode juli en augustus voor haar keuze-coschap in het West-Gonja Hospital in Ghana geweest. 

Hoe vond je het verblijf in het MUSTANGH huis? 
De accommodatie is prima. Het is een groot huis met vier slaapkamers, een grote woonkamer, een keuken, twee badkamers en een tuin. Erg veel ruimte dus en ook ruimte om jezelf even terug te trekken mocht je dit fijn vinden. Daarnaast Kookt Mary elke dag lunch voor het hele huis en ’s nachts is Kassim er om het huis te bewaken. Dit geeft een fijn gevoel. Het huis is 5 minuten lopen van het ziekenhuis.

Kun je een beschrijving geven van je werkzaamheden in het buitenland?
Mijn werkzaamheden tijdens dit coschap waren erg verschillend. Elke ochtend startten we om 08:00 uur op de SEH. Hier zag ik samen met de andere studenten alle nieuwe patiënten van de nacht en de ochtend en daarnaast beoordeelden we de patiënten die er al langer lagen. Rond 09:00 uur kwamen dan de artsen (enkel 2 voor het hele ziekenhuis) om met ons alle patiënten één voor één te bespreken. Dit deden we aan het bed van de patiënt. Vaak werd er dan direct een onderwerp gekozen om onderwijs over te geven aan bed. De arts stelde ons dan veel vragen en gaf ons onderwijs over de dingen die wij niet wisten. Erg goede supervisie dus, omdat we alle patiënten één voor één bespraken en daarnaast ook erg goed onderwijs. Na een aantal uur op de SEH ging iedereen naar zijn eigen afdeling, om hier zelfstandig visite te lopen. Ik heb op de female ward, kinderafdeling en gynaecologie afdeling gestaan. Hier liep ik dan zelfstandig visite. Wanneer ik klaar was, belde ik de arts om alle patiënten samen te overleggen en om het plan duidelijk te maken voor de komende dagen. 

In de middag ging ik naar de SEH of naar de OPD. Dit was afhankelijk van waar ik ingedeeld stond die dag. Op de OPD zag ik alle patiënten zelfstandig. Wanneer ik twijfelde over een patiënt kon ik één van de twee artsen altijd bellen om te overleggen. Daarnaast zaten er vaak ook specialistisch verpleegkundigen in de andere OPD kamers, welke ik altijd vragen kon stellen. Dit maakte het een erg veilige omgeving. Er was altijd ruimte om te overleggen. Daarnaast moest ik alle patiënten die ik eventueel wilde opnemen telefonisch overleggen met één van de twee artsen. 

Over hiërarchie was nauwelijks sprake. De artsen waren zowel voor mij als voor de PA-studenten en verpleegkundig-studenten erg laagdrempelig. We mochten ze letterlijk dag en nacht bellen en wanneer ze niet konden opnemen doordat zij bijvoorbeeld een operatie aan het doen waren, belden ze direct terug na de operatie. Daarnaast werden er ook veel grapjes gemaakt, werd er veel gelachen en was de sfeer op de werkvloer erg fijn. Ook was er altijd ruimte voor eigen inbreng. De artsen vonden het prima, wanneer ik kritisch was en vragen terug stelde als ik het niet helemaal eens was met hun beleid. 

De artsen gaven gedurende het coschap veel mondelinge feedback. Zo kreeg ik elke ochtend feedback op de patiënten die ik gezien had op de SEH en ook tijdens het bespreken van de visite werd veel feedback gegeven. Echter zijn ze nog niet zo gewend aan het invullen van de feedback formulieren van de universiteit. Maar na een aantal keer vragen, is alles ingevuld. 

Naast het onderwijs elke ochtend tijdens het bespreken van de patiënten op de SEH, werd er ook elke vrijdag een presentatie gegeven. Deze presentaties werden voornamelijk gegeven door de studenten. Ook was er één keer per maand een mortaliteitsbespreking, waar alle overledenen van die maand werden besproken, om hier iets van te leren.

Wat vond je van de taalbarrière?
Uiteraard is er een forse taalbarrière. Er worden in het noorden meer dan 12 talen gesproken. Ook de artsen en verpleegkundigen spreken niet al deze talen. Alle artsen en verpleegkundigen spreken Engels en ook een aantal patiënten spreken Engels. Wanneer de patiënten geen Engels spreken, staat er altijd wel een verpleegkundige klaar om voor je te vertalen. 

Wat vond je van de cultuur, de etniciteit, de religie en het eten?
Het is een katholiek ziekenhuis. Echter merk je hier niet zo veel van. Er werken ook veel moslims. Natuurlijk is er een groot cultuur verschil. Dat is iets waar ik in het begin wel echt aan moest wennen. 

Het eten in Ghana is niet zo gevarieerd. Ik zou dan ook zeker aanraden om wat kruiden mee te nemen uit Nederland. 

Heb je nog leuke uitstapjes gemaakt?

  • Mole National Park is 30 minuten met de yellow-yellow vanaf Damongo. Hier kan je lekker eten, zwemmen en naar de olifanten kijken. 
  • Elke zondag is er een kerkmis  van 09:00 tot 12:00 ongeveer naast het ziekenhuis. Dit is ook leuk om een keer naar toe te gaan. Iedereen danst en zingt en het is een erg gezellige mis. 
  • Een dans/drum workshop in Damongo. Dit kan je regelen op de hoek bij palace view hotel. Als je daar wat rond vraagt verwijzen ze je vanzelf naar degene die dit kan geven. 
  • Naar ECO restaurant. Dit is 15 minuten met de yellow-yellow. Hier kan je vis/kip en friet eten.

Wat is je het meeste bijgebleven?

De zelfstandigheid. Na een paar dagen introductie dagen te hebben gehad, moest ik vrijwel direct in mijn eentje de visite doen op de afdelingen. Ik kon te allen tijde één van de artsen bellen om te overleggen, maar omdat er maar twee artsen waren en zij daardoor ook vaak vast stonden op OK of op de emergency, moest ik ook veel beslissingen zelf nemen. Dit vond ik in het begin erg wennen. 

Wat mij ook zal bij blijven, is de ontzettend fijne sfeer in het ziekenhuis. Iedereen is erg vriendelijk en het is echt een team. De artsen zijn erg laagdrempelig en de verpleegkundigen staan altijd klaar om je te helpen.